Sensorimotor sporen van trauma
Introductie
Soms reageert een lichaam voordat je begrijpt waarom. Een schouder trekt samen, de adem stokt, de benen willen vluchten terwijl je stilzit. In bokstherapie zijn deze reacties scherp zichtbaar. Het zijn geen bewuste keuzes, maar lichamelijke sporen van ervaringen die vaak nooit volledig verwerkt zijn. Dit artikel laat zien hoe sensorimotorische therapie en bokstherapie elkaar versterken in het herkennen, begrijpen en doorwerken van traumaspanning in het lichaam.
Wat je lichaam onthoudt, maar je hoofd nog niet weet
Soms reageert een lijf (sensorimotor) vóórdat je begrijpt waarom. Een schouder trekt samen, de adem stokt, de benen willen vluchten terwijl je stilzit. In bokstherapie zien we deze reacties haarscherp. Het zijn geen bewuste keuzes, maar lichamelijke sporen van ervaringen die vaak nooit volledig verwerkt zijn. Dit artikel verkent hoe sensorimotorische therapie en bokstherapie elkaar versterken in het helpen herkennen, begrijpen en doorwerken van traumaspanning in het lichaam.
Trauma leeft voort in het lichaam
Traumatische ervaringen worden vaak niet opgeslagen als een helder verhaal, maar als fragmenten: een geur, een geluid, een reflex. Volgens Pat Ogden, grondlegger van de sensorimotor psychotherapie, nestelen deze fragmenten zich in het lichaam via wat zij de “vijf bouwstenen van ervaring” noemt: cognitie, emotie, zintuigen, innerlijke sensaties en beweging. In Boksfit Therapie maken we deze bouwstenen voelbaar en zichtbaar in actie. Wanneer het zenuwstelsel overbelast raakt, schakelt het over op overlevingsstand: vechten, vluchten of bevriezen. Deze responsen blijven vaak ‘aan’ staan, lang nadat het gevaar is geweken. Hierdoor kan een onschuldig gebaar – een plotselinge stoot, een oogopslag – een intense lichamelijke reactie oproepen. Sensorimotorisch werk helpt deze triggers te identificeren en te reguleren.
Het sensorimotor lichaam als toegangspoort tot verwerking
Waar gesprekstherapie woorden zoekt, werkt sensorimotor therapie met wat het lichaam zélf vertelt. De sleutel ligt in het leren ‘tracken’ van subtiele signalen: een frons, een beweging van de romp, een verschuiving van gewicht. Dit noemen we lichaamsbewust waarnemen. In de boksring komt dat proces tot leven – soms pijnlijk, soms bevrijdend. Iemand die stilstaat wanneer die moet stoten, laat zien dat er iets stokt. De bevroren impuls wordt zo niet veroordeeld, maar onderzocht.
Via tracking, ademwerk en beweging maken we ruimte voor vertraagde reacties. De bokstherapeut begeleidt dit met een kalme, co-regulerende houding. Niet als coach die aanwijzingen geeft, maar als lijfelijk aanwezige getuige van wat zich aandient.
Hoe bokstherapie beweging geeft aan het innerlijk
In bokstherapie gebruiken we niet zomaar bokstechnieken, maar zetten we fysieke interactie in als spiegel van de innerlijke dynamiek. Iemand die niet durft te slaan, maar wel blijft ontwijken, laat iets zien van een levenspatroon. Iemand die te hard slaat, zonder contact, misschien ook. De sensorimotor laag maakt dit zichtbaar en voelbaar. Tijdens padswerk wordt iemand plots duizelig – we stoppen en onderzoeken de lichamelijke sensatie. Een deelnemer bevriest bij een stootopdracht – in plaats van forceren, vertragen we, laten de houding zakken, zoeken de grond.
Een diepe zucht volgt na het afronden van een rondje – we benoemen het: wat liet je los? Door boksen in te zetten als actiegericht lichaamswerk, kunnen diepgewortelde overlevingsstrategieën zichtbaar worden, niet als fout, maar als ingang tot herstel.
Waarom dit zingeving raakt
Een lichaam dat zich opnieuw veilig leert voelen, herstelt méér dan alleen reflexen. Het herstelt het vertrouwen in de wereld, in relaties, in jezelf. Als bokstherapeut zie je het gebeuren: iemand die niet durfde te kijken, maakt ineens oogcontact. Iemand die altijd te zacht sloeg, maakt een krachtige, gecentreerde beweging. De zwaarte die lang werd gedragen, krijgt een vorm – en kan langzaam worden losgelaten. De zingeving in sensorimotorisch bokswerk ligt in dit herstel van agency: het gevoel weer invloed te hebben op je eigen lichaam, je eigen grenzen en je aanwezigheid in de wereld. Wat eerst dissociatie was, wordt weer bewoning. Het lichaam wordt weer een plek waar je mag zijn.
Reflectievraag
Welke lichamelijke signalen merk jij op bij spanning of vermijding – en durf je deze in beweging te brengen?
In de geestelijke gezondheidszorg wordt veel gesproken over afwijking, diagnose, herstel en ‘normale’ ontwikkeling.
Maar wat betekent dat eigenlijk – normaal zijn? En wie bepaalt die norm?
Binnen Boks Therapie gaan we uit van een andere benadering. Wij zien gedrag niet als iets dat gemeten of gecorrigeerd moet worden, maar als een betekenisvol signaal. Elke fysieke reactie – van terugtrekking tot overactivatie – draagt een verhaal in zich. Vaak is dat verhaal ouder dan woorden, en leeft het voort in het lichaam. De Franse filosoof Emmanuel Levinas stelde dat het menselijke niet ligt in het verklaren van de ander, maar in het erkennen van diens anders-zijn. “De ander dwingt mij mijn wereld open te breken,” schreef hij. Zo bezien is ‘normaal’ geen objectieve maat, maar een grens tussen mij en de ander – een uitnodiging tot ontmoeting.
Bokstherapie biedt geen pasklare norm. Het is geen route naar een vooraf bepaald eindpunt, maar een uitnodiging om te voelen wie je bent, wat je lijf vertelt, en waar jouw grenzen en verlangens liggen. Dat proces verschilt per persoon. De bokstherapeut is daarbij geen beoordelaar, maar een getuige. Iemand die meebeweegt, afstemt en ruimte houdt.
Zo verschuift de vraag van:
“Hoe word ik weer normaal?”
naar:
“Wat in mij vraagt om aandacht, ruimte en erkenning?”
Die beweging – van oordeel naar aanwezigheid – vormt de kern van belichaamd herstel. In de ring komt er geen oordeel. Alleen adem, aanwezigheid, actie en stilte.
Daar ontstaat ruimte voor wie iemand werkelijk is – niet ondanks, maar dankzij de unieke sporen van het leven.
VERANTWOORDING
De tekst benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de lezer in het interpreteren en toepassen van de aangeboden kennis, en moedigt aan tot een actieve, onderzoekende houding in het leerproces.
Ogden, P. & Fisher, J. (2015). Sensorimotor Psychotherapy: Interventions for Trauma and Attachment.
Porges, S. (2011). The Polyvagal Theory: Neurophysiological Foundations of Emotions, Attachment, Communication, Self-regulation.
Sensorimotor Psychotherapy Institute
-
Harvard Health Publishing – Trauma’s impact on the body
