06 - 2058 2847 info@boksfittherapie.nl
< Alle onderwerpen
Afdrukken

Normaal

header foto zwart wit 2 mensen die boksen

Wat is normaal? – een filosofische en therapeutische verkenning

Introsectie

In bokstherapie onderzoeken we het begrip ‘normaal’ niet als meetlat, maar als uitnodiging tot ontmoeting. Het lichaam vertelt vaak een ander verhaal dan maatschappelijke normen, en juist daar ligt ruimte voor herstel en authenticiteit.

Soms is de belangrijkste stap naar herstel het loslaten van het idee dat je ‘normaal’ moet zijn,

De oorsprong van het normale

Wat betekent het eigenlijk om normaal te zijn? In de dagelijkse taal verwijst ‘normaal’ vaak naar wat gangbaar, gemiddeld of sociaal aanvaard is. Maar wie bepaalt die norm? En wat gebeurt er met mensen die zich anders voelen? Binnen bokstherapie stellen we deze vragen opnieuw, niet vanuit statistiek, maar vanuit ontmoeting en lichaam. Het begrip ‘normaal’ vindt zijn oorsprong in de meetkunde: een rechte hoek, een normlijn. In de medische wereld werd dit later toegepast op het menselijk functioneren: wat afwijkt van het gemiddelde, is afwijkend. Maar mensen zijn geen lijnen of gemiddelden. Ze zijn verhalen, lichamen, ervaringen. De norm werd een meetlat – vaak onzichtbaar, maar krachtig in zijn invloed.

Normaal in de psychologie en psychiatrie

In diagnostische systemen zoals de DSM-5 wordt normaal vaak gedefinieerd als de afwezigheid van symptomen. Maar wat als die symptomen een begrijpelijke reactie zijn op onveilige omstandigheden? Wat als ‘abnormaal’ gedrag eigenlijk een overlevingsvorm is? Steeds meer stemmen binnen de psychologie pleiten voor een ruimer mensbeeld – waarin lijden niet direct gelijkstaat aan stoornis.

Filosofische perspectieven

De Franse filosoof Michel Foucault beschreef hoe normen ontstaan door machtsstructuren: wie de norm bepaalt, oefent controle uit. Emmanuel Levinas wees erop dat het echte menselijke begint waar we de ander niet in een hokje stoppen, maar in diens anders-zijn ontmoeten. Simone Weil sprak over aandacht als het hoogste goed – juist voor datgene wat buiten de norm valt.

Normaal en het lichaam

Het lichaam vertelt vaak een ander verhaal dan de diagnose. In bokstherapie zien we dat terug in gebaren, adem, beweging en houding. Iemand kan als ‘normaal functionerend’ worden gezien, maar leeft met chronische spanning of dissociatie. Of iemand met een label voelt zich juist in de ring levend en verbonden. De ervaring van het lichaam is vaak wijzer dan het etiket.

De kracht van afwijking

Wat buiten de norm valt, draagt vaak juist kracht, sensitiviteit of wijsheid. Vormen van neurodiversiteit, traumaresponsen of niet-lineaire levenspaden brengen unieke inzichten voort. In bokstherapie nodigen we die afwijking uit – niet om te corrigeren, maar om te verkennen: wat wil dit lichaam vertellen? Wat vraagt om ruimte, om bestaansrecht, om gehoord te worden?

De norm als sociale constructie

Normaal is geen objectieve waarheid. Het is een afspraak binnen een cultuur, een tijd, een systeem. Wat in de ene samenleving als gestoord geldt, wordt elders gezien als spiritueel of gevoelig. Bokstherapie werkt daarom niet normatief, maar relationeel. De norm wordt vervangen door afstemming – wat heeft deze persoon nu nodig, in dit lichaam, in deze ruimte?

Wat betekent dit voor bokstherapie?

In bokstherapie richten we ons niet op ‘normaal functioneren’, maar op voelen, aanwezig zijn, herstel van verbinding. De boksring is geen plek van beoordeling, maar van ontmoeting. Van contact, ritme, adem. Hier mag iemand ervaren: ik hoef niet normaal te zijn. Ik mag zijn. En dat is helend.

Misschien is de belangrijkste vraag niet ‘ben ik normaal?’, maar: ben ik verbonden? Met mijn lichaam, mijn omgeving, mijn ervaring. Bokstherapie nodigt uit tot die verbinding – ongefilterd, ongeëxamineerd, maar echt. Daarin ontstaat ruimte voor herstel, groei en authenticiteit.

Filosofen van het normaal – een kritische verkenning

Wat is normaal? En waarom is het zo belangrijk voor onze samenleving om mensen in termen van normaal en afwijkend te beschrijven? In de filosofie is deze vraag vaak gesteld, en zelden eenduidig beantwoord. In dit artikel onderzoeken we hoe verschillende denkers uit de westerse traditie zich hebben uitgesproken over het idee van ‘het normale’. Van macht en controle tot ethiek en vrijheid – deze verkenning laat zien dat normaal-zijn lang niet zo neutraal is als het lijkt.

Michel Foucault – norm en macht

Michel Foucault (1926–1984) geldt als een van de belangrijkste critici van het idee van normaliteit. In zijn werk laat hij zien hoe het begrip ‘normaal’ voortkomt uit disciplinaire praktijken binnen instituties zoals ziekenhuizen, gevangenissen en scholen. Voor Foucault is normaliteit geen neutraal gegeven, maar een product van macht. Wie bepaalt wat normaal is, bepaalt ook wat afwijkt – en wie dus moet worden aangepast of behandeld. Zijn analyse van het medische discours toont hoe diagnostische classificaties (zoals in de DSM) functioneren als instrumenten van sociale controle. In zijn woorden: “De norm is niet wat is, maar wat zou moeten zijn.”

Georges Canguilhem – het abnormale als levenskracht

Georges Canguilhem (1904–1995), arts en filosoof, was een leermeester van Foucault. In zijn boek Le Normal et le Pathologique (1943) stelt hij dat gezondheid en ziekte geen objectieve toestanden zijn, maar manieren waarop een organisme zich verhoudt tot zijn omgeving. Wat ‘abnormaal’ lijkt, kan in feite een nieuwe norm zijn die het lichaam zelf voortbrengt. Ziekte is dan niet simpelweg een defect, maar een poging tot aanpassing – een levenskracht. Daarmee doorbreekt hij het rigide onderscheid tussen normaal en pathologisch.

Damiaan Denys – normaliteit als sociaal comfort

Damiaan Denys (1965–), filosoof en psychiater, stelt dat de norm geen medische waarheid is, maar een sociaal verlangen. We willen dat de ander voorspelbaar is, zich ‘normaal’ gedraagt. In interviews en essays benadrukt Denys dat onze samenleving steeds minder verdraagt dat het leven ongemakkelijk of tragisch is. Het abnormale wordt dan snel geclassificeerd als psychische stoornis. Maar juist daar, in de rafelranden van het bestaan, schuilt volgens Denys de menselijke waardigheid. Hij pleit voor het toelaten van verwarring, pijn en existentiële spanning als volwaardige onderdelen van het mens-zijn.

Thomas Szasz – de mythe van mentale ziekten

Thomas Szasz (1920–2012) was een omstreden psychiater en filosoof die fundamentele kritiek had op de psychiatrie. In zijn boek The Myth of Mental Illness (1961) stelt hij dat veel psychiatrische diagnoses eigenlijk morele of sociale oordelen zijn, vermomd als medische feiten. Voor Szasz is ‘normaal’ een ideologisch construct dat gebruikt wordt om gedrag dat afwijkt van de norm te onderdrukken. Zijn werk blijft invloedrijk binnen kritische stromingen in de geestelijke gezondheidszorg.

Emmanuel Levinas – de ander voorbij de norm

Emmanuel Levinas (1906–1995) benadert de mens niet vanuit definities of categorieën, maar vanuit ethiek. Voor hem begint de verantwoordelijkheid precies daar waar de ander zich onttrekt aan mijn begrip – waar die ‘niet normaal’ is. De neiging om mensen te reduceren tot categorieën (zoals ‘stoornis’, ‘stoornisvrije’ of ‘gemiddeld’) doet volgens Levinas geweld aan hun uniciteit. Zijn ethiek nodigt uit tot een houding van luisteren, van openheid voor wat buiten mijn denkraam valt. In de context van therapie betekent dat: niet de norm opleggen, maar de ander laten verschijnen zoals die is.

De filosofen die we hierboven bespraken, komen uit verschillende tradities – van fenomenologie tot biopolitiek – maar delen een kritische blik op het idee van ‘het normale’. Ze laten zien dat normaliteit geen neutraal of vanzelfsprekend begrip is. Het is gevormd door macht, cultuur, angst en verlangen. En misschien is het juist daar, in het erkennen van de ander als uniek en niet te vangen in normen, dat de menselijkheid begint.

Binnen bokstherapie, waar het lichaam centraal staat, is dit besef van groot belang. Niet: hoe maken we iemand normaal? Maar: hoe begeleiden we iemand in het belichamen van wat er werkelijk is?

In de geestelijke gezondheidszorg wordt veel gesproken over afwijking, diagnose, herstel en ‘normale’ ontwikkeling.

Maar wat betekent dat eigenlijk – normaal zijn? En wie bepaalt die norm?

Binnen bokstherapie gaan we uit van een andere benadering. Wij zien gedrag niet als iets dat gemeten of gecorrigeerd moet worden, maar als een betekenisvol signaal. Elke fysieke reactie – van terugtrekking tot overactivatie – draagt een verhaal in zich. Vaak is dat verhaal ouder dan woorden, en leeft het voort in het lichaam.

De Franse filosoof Emmanuel Levinas stelde dat het menselijke niet ligt in het verklaren van de ander, maar in het erkennen van diens anders-zijn. “De ander dwingt mij mijn wereld open te breken,” schreef hij. Zo bezien is ‘normaal’ geen objectieve maat, maar een grens tussen mij en de ander – een uitnodiging tot ontmoeting.

Bokstherapie biedt geen pasklare norm. Het is geen route naar een vooraf bepaald eindpunt, maar een uitnodiging om te voelen wie je bent, wat je lijf vertelt, en waar jouw grenzen en verlangens liggen. Dat proces verschilt per persoon. De bokstherapeut is daarbij geen beoordelaar, maar een getuige. Iemand die meebeweegt, afstemt en ruimte houdt.

Zo verschuift de vraag van:

“Hoe word ik weer normaal?”

naar:

“Wat in mij vraagt om aandacht, ruimte en erkenning?”

Die beweging – van oordeel naar aanwezigheid – vormt de kern van belichaamd herstel. In de ring komt er geen oordeel. Alleen adem, aanwezigheid, actie en stilte.

Daar ontstaat ruimte voor wie iemand werkelijk is – niet ondanks, maar dankzij de unieke sporen van het leven.

VERANTWOORDING

De tekst benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de lezer in het interpreteren en toepassen van de aangeboden kennis, en moedigt aan tot een actieve, onderzoekende houding in het leerproces.

British Psychological Society – Power Threat Meaning Framework

Inhoudsopgave