Autoregulatie
Autoregulatie in bokstherapie
Introsectie
Adem stokt, spieren spannen zich, gedachten razen – dit zijn signalen die vragen: wat heb ik nu nodig? Autoregulatie is het vermogen om jezelf te kalmeren, te vertragen en te centreren zonder afhankelijkheid van een ander. In bokstherapie gaat leren zelfregulatie niet over praten, maar over in beweging komen: adem, aandacht en actie werken samen. Een lichaam dat zichzelf kan reguleren voelt zich meteen vrijer, veiliger en veerkrachtiger.
Wanneer het zenuwstelsel zichzelf herstelt, vindt de ziel opnieuw haar evenwicht.
Jezelf tot rust leren brengen
Wat is autoregulatie?
Autoregulatie betekent dat het zenuwstelsel zichzelf in balans brengt: het kan spanning afbouwen of juist activeren wanneer nodig. In een gezond systeem beweeg je soepel tussen staten van alertheid, rust, actie en ontspanning. Trauma of chronische stress verstoort die beweeglijkheid, waardoor iemand vaak vastraakt in overactieve of juist verlamde staten. Bokstherapie reoccupeert deze ruimte van veerkracht via belichaamde interventies.
Waarom is dit essentieel in bokstherapie?
In de ring zijn er altijd spanning, nabijheid en intense prikkels. Het vermogen om daarin bij jezelf te blijven – zonder te dissociëren of te exploderen – vraagt oefening. Bokstherapie biedt een fysieke en veilige context: je leert signalen zoals versnelling van adem of aanspannen van houding herkennen én zacht bijsturen. Bijvoorbeeld via vertraging van ritme, ademhalingstechnieken (‘pauzeknop’), gronding of bewuste houding. Zo leer je rust vinden in beweging.
De bouwstenen van autoregulatie in bokstherapie
-
Ademhaling – technieken zoals neusademhaling of box breathing helpen om het vegetatieve zenuwstelsel te kalmeren.
-
Houding en gronding – voelen van contact met de vloer versterkt veiligheid en stevigheid in het lijf.
-
Ritme en herhaling – voorspelbare patronen bieden houvast voor het systeem.
-
Innerlijke aandacht – benoemen wat je voelt zonder oordeel bevordert regulatie.
-
Spanning opbouwen en loslaten – gecontroleerde fysieke belading gevolgd door ontspanning oefent de veerkracht van het zenuwstelsel.
DSM-5-perspectief
De DSM‑5 beschouwt autoregulatie niet als aparte stoornis, maar benadrukt het onderliggende proces van emotieregulatie en reactiviteit, vooral binnen stoornissen zoals PTSS of acute stressstoornis. Effectieve behandeling richt zich onder andere op het hervinden van interne controle over fysiologische reacties (zoals hyperarousal), zoals ook in lichaamsgerichte therapieën wordt gedaan.
Harvard-onderbouwing: zelfregulatie in ontwikkeling
Volgens de Harvard “Developing Child” project is zelfregulatie een essentiële capaciteit voor emotioneel en sociaal functioneren. Kinderen die gevoel hebben van controle over hun reacties ontwikkelen betere leer- en sociale vaardigheden. Trauma en verwaarlozing ondermijnen deze ontwikkeling, waardoor zelfregulatie verstoord raakt. Dit maakt interventies zoals bokstherapie waardevol: ze kunnen deze capaciteit opnieuw opbouwen via ervaringsgerichte herhaling. developingchild.harvard.edu
Praktische toepassing in bokstherapie
In Veenendaal werken geregistreerde VMBN-therapeuten gestructureerd aan autoregulatie. Tijdens een sessie:
-
Start: inchecken via adem en houding.
-
Actie: ritme wordt opgebouwd, spanning wordt bewust ervaren.
-
Reflectie: pauze, ademhaling, lichaamsbewustzijn.
-
Versterking: herhaling, feedback en integratie van regulatievaardigheden.
Reflectievraag
Wanneer voelde je je onlangs rustiger, terwijl je lichaam eigenlijk spanning voelde? Hoe was dat in jouw lijf – en wat gebeurde er toen?
VERANTWOORDING
De tekst benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de lezer in het interpreteren en toepassen van de aangeboden kennis, en moedigt aan tot een actieve, onderzoekende houding in het leerproces.
Meer over autoregulatie en het zenuwstelsel: The Trauma Research Foundation.
Lees ook onze blog over dit onderwerp