Dissociatie
Dissociatie en herstel – hoe bokstherapie je terugbrengt in het nu
Introsectie
Dissociatie is een veelvoorkomend verschijnsel bij trauma en langdurige overbelasting. In bokstherapie wordt het zichtbaar in houding, adem en beweging, en kan het via veilige, fysieke ervaring plaatsmaken voor hernieuwde aanwezigheid.
Herstel begint soms niet met woorden, maar met het terugvinden van je voeten op de grond.
Als je jezelf kwijtraakt
Soms voel je je losgekoppeld van alles. Alsof je toekijkt van buitenaf, of alsof je lichaam wel beweegt maar jij er niet helemaal bent. Deze ervaring – dissociatie – is een veelvoorkomend verschijnsel bij mensen met trauma of langdurige stress. In bokstherapie krijgt dissociatie een tastbare vorm: via beweging, vertraging en fysieke confrontatie met het hier en nu.
Wat is dissociatie?
Dissociatie is het verlies van verbondenheid met het lichaam, emoties of de omgeving. Het ontstaat vaak als overlevingsmechanisme wanneer iets te veel is om te dragen. Denk aan bevriezing, dagdromen, afstand voelen of zelfs niets meer herinneren. In neurobiologische termen treedt het lichaam dan in de dorsale vagale toestand: lage energie, verlaagde hartslag, vaak met gevoelens van leegte of verdoving.
Lichamelijke signalen van dissociatie
– Afwezigheid of ‘ver weg zijn’ in sessies
– Koude ledematen of bleekheid
– Moeite met bewegen of reageren
– Geen contact met eigen adem of spierspanning
– Vlakke stem of starende blik
Dissociatie in de boksring
In de boksring wordt dissociatie vaak zichtbaar in bevriezing of trage reacties. Soms staat iemand klaar voor een stoot, maar gebeurt er niets. Het lichaam stokt. Deze stilstand is niet altijd onwil, maar een lichamelijke herinnering aan overweldiging. De therapeut herkent deze signalen en brengt de cliënt voorzichtig terug naar het hier en nu.
Veiligheid eerst – de rol van co-regulatie
Een dissociatieve reactie vraagt om veiligheid, nabijheid en vertraging. De bokstherapeut reguleert eerst het zenuwstelsel via stem, adem en houding. Oogcontact, zachte commando’s of het letterlijk helpen ‘aarden’ (bijvoorbeeld door te stampen of contact te maken met de vloer) zijn hierbij essentieel.
Technieken in bokstherapie bij dissociatie
– Trage, gestructureerde bewegingen
– Grondingsoefeningen met voeten en benen
– Ritmisch padswerk met focus op adem
– Werkvormen met vaste patronen en pauzes
– Afwisseling tussen actie en rust, met duidelijke begrenzing
Herstel door belichaamde aanwezigheid
Langzaam leert het lichaam weer voelen, reageren en contact maken. Dissociatie lost niet op via praten, maar via ervaren. Door in beweging te komen binnen een veilige relatie ontstaat herstel van het lichaamsbesef. De cliënt voelt: ik ben hier, dit is mijn lijf, ik ben veilig.
Dissociatie is geen stoornis om weg te nemen, maar een overlevingsvorm die erkenning vraagt. Bokstherapie biedt een weg terug naar verbinding – met jezelf, je lijf en de wereld om je heen. Wat gebeurt er in jou als je stopt met wegraken? Kun je blijven, ook als het spannend wordt?
DSM-5-classificatie van dissociatie
In de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition (DSM-5), worden dissociatieve stoornissen beschreven als aandoeningen waarbij een verstoring optreedt in het normale functioneren van bewustzijn, geheugen, identiteit, emotie, perceptie, lichaamservaring, motorische controle en gedrag.
Overzicht van dissociatieve stoornissen in de DSM-5:
- Dissociatieve amnesie – Onvermogen om zich belangrijke autobiografische informatie te herinneren, meestal van traumatische of stressvolle aard.
- Dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) – De aanwezigheid van twee of meer onderscheiden persoonlijkheidstoestanden, met herhaalde hiaten in geheugen, gedrag, gevoelens of waarnemingen.
- Depersonalisatie-/derealisatiestoornis – Aanhoudende of terugkerende ervaringen van het gevoel los te staan van het eigen lichaam of van de werkelijkheid.
- Andere gespecificeerde dissociatieve stoornis – Klinisch relevante dissociatieve symptomen die niet volledig voldoen aan de criteria van bovengenoemde stoornissen (bijv. trance-toestanden).
Beschrijving vanuit DSM-5
“Dissociatie omvat een verstoring in de integratie van bewustzijn, geheugen, identiteit of waarneming. Dissociatieve symptomen kunnen abrupt of geleidelijk, kortdurend of chronisch zijn. Ze ontstaan vaak als reactie op overweldigende gebeurtenissen of langdurige traumatische ervaringen.”
Relevantie voor bokstherapie
Hoewel de DSM-5 primair gericht is op classificatie voor diagnostiek, is het in bokstherapie vooral van belang om dissociatie niet te pathologiseren, maar te begrijpen als een beschermingsmechanisme. De nadruk ligt niet op etikettering, maar op lichaamsbewuste herkenning en herstel.
In bokstherapie wordt gewerkt met:
– Herkennen van freeze-responsen (dorsale vagale activatie)
– Contact maken via trage beweging, adem en veilige aanraking
– Begrenzen van overprikkeling
– Stimuleren van belichaamde aanwezigheid en co-regulatie
In de geestelijke gezondheidszorg wordt veel gesproken over afwijking, diagnose, herstel en ‘normale’ ontwikkeling.
Maar wat betekent dat eigenlijk – normaal zijn? En wie bepaalt die norm?
Binnen bokstherapie gaan we uit van een andere benadering. Wij zien gedrag niet als iets dat gemeten of gecorrigeerd moet worden, maar als een betekenisvol signaal. Elke fysieke reactie – van terugtrekking tot overactivatie – draagt een verhaal in zich. Vaak is dat verhaal ouder dan woorden, en leeft het voort in het lichaam.
De Franse filosoof Emmanuel Levinas stelde dat het menselijke niet ligt in het verklaren van de ander, maar in het erkennen van diens anders-zijn. “De ander dwingt mij mijn wereld open te breken,” schreef hij. Zo bezien is ‘normaal’ geen objectieve maat, maar een grens tussen mij en de ander – een uitnodiging tot ontmoeting.
Bokstherapie biedt geen pasklare norm. Het is geen route naar een vooraf bepaald eindpunt, maar een uitnodiging om te voelen wie je bent, wat je lijf vertelt, en waar jouw grenzen en verlangens liggen. Dat proces verschilt per persoon. De bokstherapeut is daarbij geen beoordelaar, maar een getuige. Iemand die meebeweegt, afstemt en ruimte houdt.
Zo verschuift de vraag van:
“Hoe word ik weer normaal?”
naar:
“Wat in mij vraagt om aandacht, ruimte en erkenning?”
Die beweging – van oordeel naar aanwezigheid – vormt de kern van belichaamd herstel. In de ring komt er geen oordeel. Alleen adem, aanwezigheid, actie en stilte.
Daar ontstaat ruimte voor wie iemand werkelijk is – niet ondanks, maar dankzij de unieke sporen van het leven.
VERANTWOORDING
De tekst benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de lezer in het interpreteren en toepassen van de aangeboden kennis, en moedigt aan tot een actieve, onderzoekende houding in het leerproces.
Meer over dit dissociatie.
Lees ook onze blog over dit onderwerp
Verdere verdieping:
Voor professionele gebruikers is het zinvol om DSM-5-kennis te combineren met inzichten uit onder andere:
– The Polyvagal Theory – Stephen Porges
– The Body Keeps the Score – Bessel van der Kolk
– Sensorimotor Psychotherapy – Pat Ogden
– In an Unspoken Voice – Peter Levine
