De binnenwereld als bondgenoot – Innerlijke sensaties in de boksring
Er is een moment in elke sessie waarop het stil wordt. Niet omdat de stoten stoppen. Niet omdat de ademhaling is verdwenen. Maar omdat iets binnenin zich laat voelen. Een trilling in de benen. De knoop in de maag. Een tinteling in de borst. Voor wie trauma heeft meegemaakt, is dat geen vanzelfsprekende ervaring. Want voelen van binnenuit – écht voelen – vraagt moed, begeleiding en een veilige ruimte. In bokstherapie vormt die binnenwereld een uitgangspunt. Niet als iets dat opgelost moet worden, maar als iets dat gehoord wil worden. Letterlijk: het lichaam leren beluisteren van binnenuit. Waar de zintuigen ons helpen om te oriënteren in de buitenwereld, vormen innerlijke sensaties de brug naar onze binnenwereld.
Denk aan je hartslag die versnelt als je spanning voelt. Je adem die stokt bij verdriet of je buik die zich samenknijpt bij angst of schaamte. Deze fysieke signalen vertellen niet alleen dát je iets ervaart, maar ook wat je ervaart – vaak nog voordat je het onder woorden kunt brengen. In vaktaal noemen we dit interceptie: het vermogen om waar te nemen wat zich in het lichaam afspeelt. Het is de neurologische basis voor lichaamsbewustzijn, emotionele regulatie en zelfzorg. Zonder interceptie weten we niet wanneer we honger hebben, of moe zijn. Zelfs zonder interceptie kunnen we ook geen subtiele signalen van dreiging, opluchting of nabijheid meer onderscheiden. Voor veel mensen die trauma of chronische overbelasting hebben doorgemaakt, is dit vermogen verstoord. Wat van binnen komt, voelt onbetrouwbaar. Te veel, of juist helemaal niets. En dat maakt het ingewikkeld om jezelf serieus te nemen – laat staan om jezelf te reguleren.
Waarom boksen?
Boksen lijkt op het eerste gezicht een externe activiteit. Beweging. Kracht. Actie. Maar wie langer in de boksring staat, weet: je komt jezelf tegen. En dat gebeurt niet alleen in de spieren of het hoofd, maar diep vanbinnen. Want elke stoot die je geeft, roept iets op. Elke aanraking, elk geluid, elke blik – het lichaam reageert. En precies daar begint het werk. In bokstherapie gebruiken we die momenten niet om te fixen, maar om te luisteren. Wat gebeurt er in je lijf als je een stoot ontvangt, wat voel je als je dichterbij moet komen? En wat merk je op in je ademhaling als je geconfronteerd wordt met je grens?
Kleine signalen, grote betekenis
Soms is het iets ogenschijnlijk eenvoudigs. Een deelnemer pauzeert na een oefening en zegt: “Mijn maag draait zich om.” Of: “Mijn benen trillen ineens.” De reflex is vaak om daar meteen betekenis aan te geven. Maar in de boksring doen we dat niet. We vertragen, we blijven erbij, we ademen er samen naartoe. En juist dan blijkt dat het lichaam iets te vertellen heeft – niet in woorden, maar in sensaties. Een trilling in de benen kan iets laten voelen van onveiligheid. Ook druk op de borst kan duiden op ingehouden verdriet. Maar die interpretatie is niet het doel. Het doel is contact: aanwezig blijven bij wat zich aandient, zonder weg te gaan. Zonder het te overstemmen met denken. En zonder het te forceren.
De grens van draagkracht – het venster van tolerantie
Innerlijke sensaties helpen ons ook om te herkennen wanneer we binnen onze draagkracht functioneren – of daarbuiten zijn geraakt. In de neurobiologie noemen we dat het window of tolerance: de bandbreedte waarin je kunt voelen, denken en reageren zonder overspoeld te raken. Buiten dat venster schiet het lichaam in overlevingsstand. Bij te veel sensatie: paniek, bevriezing, hyperactiviteit. Bij te weinig: afvlakking, verdoving, dissociatie. In de boksring zijn dat belangrijke signalen. Wordt de adem korter? Trekt het lichaam zich terug? Of valt juist alle spanning weg? De trainer speelt daarop in. Niet met correctie, maar met afstemming. Een pauze. Een vraag. Een rustige aanraking op de handschoen. Een ademhalingsoefening. Zo leert het lichaam dat het mag voelen – zonder dat het hoeft te vluchten of te vechten.
Leren voelen is leren leven
Sensaties zijn niet alleen signalen van ongemak. Ze zijn ook bronnen van richting, verbinding en zingeving. Wie weer leert voelen dat de adem vrij stroomt, dat het hart klopt, dat de huid tintelt van levendigheid – ontdekt opnieuw wat het betekent om in contact te zijn met het eigen bestaan. In de boksring komt dat tot uiting in de kleinste dingen. Een ontspannen schouder, een vaste blik, een rustige houding na een inspannende oefening. Het zijn tekenen van integratie: het lichaam en de binnenwereld zijn weer op elkaar afgestemd.
De rol van de therapeut: spiegelen en co-reguleren
Van binnenuit luisteren vraagt om externe veiligheid. De bokstherapeut is daarin geen coach op afstand, maar een mede-aanwezige. Niet alleen observerend, maar ook voelend, ademend, spiegelend. Door zelf belichaamd aanwezig te zijn – in stem, ademhaling en houding – wordt een ruimte geopend waarin innerlijke sensaties serieus genomen kunnen worden. Co-regulatie noemen we dat: samen dragen wat moeilijk is om alleen te voelen. Niet overnemen, maar bijstaan, niet sturen, maar afstemmen. Voor veel mensen zijn innerlijke sensaties jarenlang verbonden geweest met dreiging: een hartslag die je herinnert aan paniek, een spanning die leidt tot verstarring. In bokstherapie verandert die relatie.
Het lichaam wordt opnieuw ervaren als een informatiedrager, niet als vijand. Een tinteling betekent: er is iets gaande. Ademversnelling betekent: ik heb iets nodig. Trilling betekent: ik ben geraakt – en ik ben in leven. De binnenwereld is geen mysterieus terrein dat vermeden moet worden. Het is een bron van richting, een plek van waarheid, en uiteindelijk: een weg naar herstel. In de boksring krijgt die binnenwereld de ruimte om zich uit te drukken – niet als verhaal, maar als ervaring. En wie weer leert luisteren naar de binnenkant, leert ook weer vertrouwen. In het eigen lichaam. In contact. En in het leven zelf.
Reflectie voor de lezer
Wanneer heb jij voor het laatst bewust geluisterd naar wat er vanbinnen gebeurt?
Wat merk je op in je lichaam op momenten van spanning of nabijheid?

Recente reacties